Een stukadoor is een vakman die aan afwerk laag van stucwerk aanbrengt. Dit doet hij op bijvoorbeeld muren en plafonds in het interieur van een woning of een ander gebouw. Andere woorden voor stukadoor zijn onder andere stucwerker, plakwerker of pleisterwerker. Deze extra laag wordt aangebracht voor bescherming, maar ook voor verbetering. Deze afwerklaag kan bestaan uit pleister of een specie van een uiteenlopende samenstelling. In eerdere jaren lang geleden, bijvoorbeeld in de 18e eeuw, bestonden stukadoors ook al. Zij zorgden ervoor dat ze mee hielpen aan de decoratie van belangrijke gebouwen, zoals paleizen en kerken. Als je zelf een stukadoor nodig hebt, zoek dan een stukadoor in de buurt voor hulp. Gereedschappen van een stukadoorEen stukadoor maakt gebruik van veel verschillende materialen en gereedschappen. Bijvoorbeeld een stukadoorstroffel. Dit wordt gebruikt om het gips op een raapbord te doen. Een ander gereedschap is een paleerijzer. Dit is een stuk gereedschap wat gebruikt wordt voor het kleinere stucwerk. Een houten spaan wordt ook vaak gebruikt, die gebruikt wordt om de kalk en gips op de muur aan te brengen. Een ander woord hiervoor is witpleisteren. Een rei is een lang stuk van aluminium of hout, wat gebruikt wordt om muren gelijk te trekken. Andere gereedschappen zijn bijvoorbeeld een raapspaan, spackmes, rubber schuurbord en een vloerplakspaan. Zelf stucwerk herstellenStucwerk laten repareren of herstellen kan hoge kosten hebben. Daarom kun je hier ook zelf iets aan doen. Maar belangrijk is om niet zomaar iets te doen. Lees je van tevoren goed in. Je kan bijvoorbeeld zelf losse stukjes wegkrabben. Dit kan je doen met een verfkrabber. De ondergrond moet je ook stofvrij maken, hierdoor blijft alles netjes. Hierna kan je door middel van een vulmiddel de scheurtjes in het stucwerk dichtsmeren met een plamuurmes. Hierna moet je het goed laten drogen en de uiteindelijke restjes gladstrijken met een schuurpapiertje. |